De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) is een onderwerp van discussie. Zo is in de Zorg veel gaande om zzp’ers te vervangen door vaste medewerkers of om medewerkers in te huren via uitzend- of detacheringsbureaus. Sommige bedrijven hebben een totale stop op de inhuur van zzp’ers gezet. Dat raakt vele zzp’ers in meer of mindere mate. Zo ook inkoopprofessionals.
De Belastingdienst is sinds kort weer (actief) aan het handhaven. Toch blijft het naleven van deze wet een complexe uitdaging voor zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers. Hoe zwart-wit is de handhaving en naleving van de Wet DBA nu eigenlijk? Handhaving en naleving dient binnen de geest van de wet plaats te vinden en zaken als redelijkheid en billijkheid spelen hier een rol.
De basis van de Wet DBA
De Wet DBA is op 1 mei 2016 ingegaan en verving de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). Het doel was helder: schijnzelfstandigheid tegengaan en zorgen voor een heldere scheidslijn tussen werknemers en echte zelfstandigen. Gedwongen zelfstandigheid moet hierdoor voorkomen worden en sociale premies en loonbelasting afgedragen.
Klinkt simpel, maar de praktijk blijkt een stuk weerbarstiger. Niet voor niets was er een handhavingsmoratorium ingesteld door de Belastingdienst tot 1 januari van dit jaar. Na 9 jaar is dit dan toch maar opgeheven, alleen in mijn optiek is de Wet DBA er niet anders of makkelijker op geworden. Daarom zou de VBAR de DBA per 1 januari 2026 moeten vervangen. Echter de Raad van State geeft aan dat de beoogde maatregelen van de Wet VBAR slechts een beperkte bijdrage zullen leveren aan de knelpunten op de arbeidsmarkt. Ben benieuwd of we na een jaartje handhaven een nieuwe wet krijgen die wel duidelijkheid schept over het werken als zzp’er…
Even terug naar de basis; schijnzelfstandigheid ontstaat wanneer iemand formeel als zzp’er werkt, maar feitelijk als werknemer wordt behandeld. Denk hierbij aan een situatie waarin een zzp’er afhankelijk is van één opdrachtgever, instructies moet opvolgen alsof hij in loondienst is, of structureel werkzaamheden uitvoert die niet van een zelfstandige aard zijn.
De wet legt de verantwoordelijkheid voor het juist beoordelen van arbeidsrelaties zowel bij de opdrachtgever als bij de zzp’er. Maar hoe ga je nu om met een tijdelijke capaciteitsbehoefte? Specialistische (inkoop)kennis? Of ad hoc werkzaamheden?
Bijvoorbeeld één van de criteria is persoonlijke arbeid. Jouw organisatie is op zoek naar een inkoopadviseur die een kei is in het transformeren van de inkoopafdeling naar strategisch niveau. Daar heb je met de nodige moeite eindelijk iemand voor gevonden. Volgens de letter van de wet moet zo iemand zichzelf kunnen laten vervangen… Maar dat wil je niet, want je zocht juist deze specialist die inkoop op de kaart kan zetten. Mag dit dan toch?
Handhaving van de Wet DBA: meer dan een checklist
De Belastingdienst handhaaft sinds 1 januari 2025 actief op schijnzelfstandigheid. Toch gebeurt dit met nuances. Prioriteit wordt gegeven aan situaties waarin duidelijke signalen zijn van kwaadwillendheid of waarin er sprake is van ernstige schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat niet iedere (kleine) onduidelijkheid of fout automatisch leidt tot een boete of het met terugwerkende kracht vorderen van sociale premies en loonbelasting. Overigens maakt de overheid zelf nog veel gebruik van zzp’ers en kan niet zonder.
Sterker nog, volgens BNR Nieuwsradio weet geen enkel ministerie hoeveel zzp’ers in hun organisatie mogelijk als schijnzelfstandige gezien kunnen worden. Het ministerie van Financiën, waar de Belastingdienst onder valt, gaat eventuele boetes zelf betalen, omdat het onmogelijk is om zonder zzp’ers te blijven werken. Ze kunnen het zich niet veroorloven dat het serviceteam wat de toeslagenaffaire aan het regelen is in de problemen komt.
Het uitgangspunt bij de handhaving is of de arbeidsrelatie daadwerkelijk binnen de kaders van de wet valt. Maar wat blijkt? Veel situaties zijn niet zwart-wit. Bijvoorbeeld bij de inhuur van inkoopprofessionals als zzp’er hangt veel af van de specifieke omstandigheden.
De angst voor handhaving, boetes en naheffingen is groot, maar is dit terecht?
De geest versus de letter van de wet
Een wet is er om nageleefd te worden. Maar naleving zonder oog voor de context kan leiden tot onnodige beperkingen of zelfs negatieve gevolgen. Daarom is het belangrijk dat handhaving plaatsvindt in de geest van de wet. Dit betekent dat gekeken wordt naar het doel: het voorkomen van schijnzelfstandigheid, zonder echte zelfstandigen onnodig te benadelen.
Bij de inhuur van inkoopprofessionals betekent dit dat zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers samen moeten zorgen voor heldere afspraken. Dit gaat verder dan alleen het opstellen van een modelovereenkomst. Het vraagt om een duidelijke invulling van de opdracht en om omstandigheden die passen bij een zelfstandige rol.
Ik kan me ook niet voorstellen dat het de bedoeling van deze wet is dat organisaties in de problemen komen. Ik kan me wel heel goed voorstellen dat je hiermee mensen wil beschermen die niet vrijwillig zelfstandig zijn. Of mogelijk in de (financiële) problemen komen doordat ze gedwongen zelfstandig zijn.
Nederland is uiteindelijk een verzorgingsstaat. De overheid neemt verantwoordelijkheid voor het welzijn van haar burgers, waaronder arbeidsomstandigheden, werkgelegenheid en sociale zekerheid. Dat geldt niet alleen voor de kwetsbare doelgroepen. Het deel van de ruim 1.200.000 zzp’ers die een bewuste keuze voor zelfstandigheid hebben gemaakt moeten ook kunnen blijven werken. Zeker als zij goed kunnen voorzien in hun eigen inkomen, ook als het even wat minder gaat, en netjes hun belastingen betalen.
Inkoopprofessionals als zzp’ers
Inkoopprofessionals worden vaak ingehuurd voor complexe en specialistische projecten. Ze brengen kennis en ervaring mee die niet altijd intern aanwezig is bij een organisatie. Juist vanwege deze expertise lijkt de zzp-constructie logisch. Wat als een bedrijf snel een inkoper nodig heeft en die niet snel genoeg kan vinden? Zeker in de huidige arbeidsmarkt kan dat behoorlijk uitdagend zijn. Uit onderzoeken van McKinsey en Kearney blijkt dat de (inkoop)kosten tot wel 15% hoger zijn als de inkoop niet goed georganiseerd is. Dan lijkt het inhuren van een zzp’er als inkoopprofessional als snel een no-brainer toch?
Of als een zzp’er een zieke inkoopmanager vervangt en daarbij hetzelfde werk doet binnen dezelfde structuur, kan dit theoretisch worden gezien als een situatie van schijnzelfstandigheid. In de praktijk wordt de Wet DBA niet strikt gehandhaafd zolang er geen duidelijke aanwijzingen zijn van schijnzelfstandigheid. Het kabinet heeft aangegeven dat controle voornamelijk gericht is op misbruik en fraude.
Maar wanneer loopt een opdrachtgever het risico dat de arbeidsrelatie als schijnzelfstandigheid wordt gezien?
Een belangrijk criterium in de Wet DBA is de mate van gezag die een opdrachtgever uitoefent. In hoeverre bepaalt de opdrachtgever wat, hoe en wanneer de zzp’er werkt? Bij inkoopprofessionals, die doorgaans autonoom opereren en specifieke projecten uitvoeren, lijkt dit risico beperkt. Toch kunnen factoren zoals het langdurig werken voor één opdrachtgever of het vervullen van een rol binnen de hiërarchie van de organisatie dit beeld veranderen.
In de praktijk kan een zzp’er wel degelijk tijdelijk worden ingezet, ook voor de vervanging van een zieke inkoopmanager. Het is echter cruciaal om duidelijke afspraken te maken. Zoals via een modelovereenkomst en ervoor te zorgen dat de zzp’er niet functioneert als een reguliere werknemer.
De balans vinden
De inhuur van zzp’ers, zoals inkoopprofessionals, vraagt om een zorgvuldige afweging. Aan de ene kant willen organisaties flexibel blijven en gebruikmaken van externe expertise. Aan de andere kant is het belangrijk om binnen de kaders van de wet- en regelgeving te opereren.
Handhaving door de Belastingdienst lijkt in de praktijk genuanceerd te gebeuren. Dit betekent dat opdrachtgevers en zzp’ers niet bij elke twijfel hoeven te vrezen voor sancties, mits er in de geest van de wet wordt gehandeld. De sleutel is om te zorgen voor transparantie, duidelijke afspraken en een werkwijze die recht doet aan de zelfstandige positie van de zzp’er.
Conclusie: Het hangt ervan af…
Bij het naleven en handhaven van de Wet DBA is het belangrijk om verder te kijken dan de letter van de wet. Zoals bij het inhuren van inkoopprofessionals is er soms sprake van een grijs gebied. Wat in de ene situatie als schijnzelfstandigheid wordt gezien, kan in een andere situatie volledig binnen de regels vallen.
De Belastingdienst lijkt te beseffen dat het niet altijd zwart-wit is. Dit biedt ruimte voor organisaties en zzp’ers om hun samenwerking op een verantwoorde en transparante manier in te richten. Door de balans te vinden tussen flexibiliteit en naleving van de geest van de wet, kunnen beide partijen blijven profiteren van de voordelen van deze constructie.
Dankzij de jarenlange ervaring (sinds 2007) van Inkoop ID op dit gebied, kunnen wij hier goed in meedenken en over adviseren. Neem contact met ons op wanneer je hier vrijblijvend over wilt sparren.